V.O.C.
Sportpaviljoen
Het nieuwe paviljoen richt zich op het hoofdcricketveld en is ontworpen als een sierlijke slinger, voortkomend uit en vervolgens gedrapeerd om het bestaande clubhuis. Twee trappen fungeren als logisch intermediair: de bestaande entreetrap en de nieuwe trap die vanaf het terras toegang geeft tot de velden.
Het voetbalseizoen beslaat grofweg een halfjaar, het andere halfjaar wordt het complex gebruikt voor cricket. Het bestaande clubhuis richtte zich voornamelijk op het hoofdvoetbalveld, dat haaks op het hoofdcricketveld ligt. De uitbreiding richt zich juist voornamelijk op dit veld.
Net als in het bestaande clubhuis zijn de kleedkamers op de begane grond gesitueerd, de entrees bevinden zich in de bakstenen plint. Op het bestaande clubhuis ligt roodbruine bitumen, op de uitbreiding werd rode kunststof dakbedekking toegepast. In dakhelling en overstek zoekt de uitbreiding nadrukkelijk aansluiting bij bestaand.
In overleg met de opdrachtgever werd besloten om het project aan te dragen voor het Rotterdamse onderzoeksproject ‘Architect aan Zet‘. Binnen dit onderzoek verzorgt de architect zowel de technische als ruimtelijke toetsing.
Binnen het onderzoeksproject dienden we de ruimtelijke aspecten van de aanvraag voor omgevingsvergunning voor te leggen aan een collega-architect. Architect Lex van Deudekom was bereid om deze collegiale toetsing [4-ogen-methode] op zich te nemen.
De omgevingsvergunning werd binnen één dag verleend.
Weergegeven zijn de kleedkamers op de begane grond [links] en de verdieping met de bestuurskamer en de horecaruimte [rechts]